De afgelopen anderhalf jaar heeft ons werkende leven zich vooral thuis afgespeeld. Mijn artikelen en interviews schreef ik in het begin van de coronacrisis aan de eettafel, met achter mij een deel van mijn verzameling fotoboeken en een paar bijzondere flessen whisky. Hoewel die achtergrond regelmatig even onderwerp van gesprek was, begon ik na een paar maanden de eetkamerstoelen lichtelijk te vervloeken. “Niet weer acht uur lang aan deze tafel waar ik straks ook weer mijn avondeten naar binnen schuif.” Mijn werkplek verplaatste zich dan ook naar boven toe, waar een ander deel van mijn boekencollectie werd ingeruimd met daarbij ingelijste foto’s van mijn favoriete fotograaf, Marc LaGrange.
Sinds het begin van de crisis heeft ons team, grotendeels vanuit huis, vier edities van Entertainment Business, vijf edities van EB Live en elf edities van ChannelConnect gemaakt. Het aantal mensen dat ik voor al die magazines heb gesproken is een veelvoud van dat, veelal via tools als Microsoft Teams, Zoom en Skype. Wat ik zelf bijzonder vond aan deze manier van overleg en interviewen is dat de er vaak van alles op de achtergrond te zien was die meer vertelden over de persoonlijkheid van m’n gesprekspartner. Zo zaten dj’s Lucas en Steve in een moderne opnamestudio te werken aan nieuwe muziek, terwijl tijdens een interview met een IT-directeur zijn verzameling stripfiguren op de achtergrond te zien was. Dat soort voorwerpen en omgevingen bieden natuurlijk alle ruimte voor het ‘praatje bij de koffieautomaat’ dat we allemaal zolang al moesten missen. Want hoe is die collectie begonnen, en wie of wat wordt de volgende uitbreiding van de collectie?
Onhandigheid met ellebogen
Inmiddels heb ik mijn eerste interviews op locatie weer achter de rug en ik moet zeggen dat dat weer wennen was. Onhandige begroetingen met ellebogen, anderhalve meter afstand houden en naast een korte bijpraat over de kantoorsituatie (vragen als: ook jullie grotendeels nog steeds thuis aan het werk?) kom je vooral snel weer direct-to-the-point. Geen gesprekken meer over stripfiguren en verzamelingen, maar terug naar de zakelijkheid. En dat is jammer, want hoewel alle communicatie tijdens de coronacrisis zo’n beetje digitaal was, bood de achtergrond altijd een ingang voor een luchtig gesprek. Maar ook de pakketbezorgers die tijdens het interview een pakketje kwamen leveren, katten die ineens parmantig over het toetsenbord paraderen en kinderen die even wilden kijken tegen wie papa en mama zaten te ‘kletsen’. Het zorgde even voor een welkome afwisseling tussen alle Teams-meetings door.
Begrijp me niet verkeerd, het is heerlijk om regelmatig weer onderweg te zijn en face-to-face contact met elkaar te hebben. Je merkt echter wel dat de zakelijkheid op kantoor weer hoogtij viert. En nu we weer deels terugkeren naar het kantoor veranderen ook de achtergronden van de videocalls naar witte muren en systeemplafonds. En naar mijn mening nog verschrikkelijker: het logo van de werkgever om de achtergrond weg te filteren. Natuurlijk nemen we onze kinderen niet mee naar kantoor en blijft ook de hond thuis achter, maar laten we er in ieder geval voor zorgen dat we, thuis of op kantoor, ruimte houden om iets van onszelf te laten zien. Want na anderhalf jaar van lockdowns, afstand houden en videovergaderingen hebben we nog wel wat in te halen aan persoonlijk contact!